Verboden open te maken!

1 Rare Fien

Gijs slentert door de straten.
Hij hoeft niet naar school.
Maar hij is ook niet vrij.
Hij moet de hele ochtend met zijn ouders mee. Die willen winkelen op zaterdag.
In de drukte door de binnenstad wandelen en etalages bekijken.
Bah, wat saai! Zeker als zijn moeder kleren wil kopen.
Normaal duurt dat uren. Uren! Hij hoopt dat ze vandaag snel naar huis gaan, maar zijn moeder loopt naar de etalage van een kledingzaak.
O nee, denkt Gijs, nee, nee, nee!
Zijn moeder blijft even voor het raam staan.
Dan gaat ze de winkel binnen.
Gijs wordt door zijn vader meegetrokken.
Hoe zijn moeder zo snel kan kiezen, weet Gijs niet. Maar binnen een paar tellen staat ze met armen vol kleren. ‘Ik duik even een pashokje in,’ zegt ze met een stralende lach. ‘Redden jullie het zonder mij?’
Zijn vader pakt een tijdschrift en gaat zitten.
Gijs wil niet stom gaan zitten wachten.
‘Ik kijk een beetje rond, goed?’
Zonder op antwoord te wachten, loopt hij weg.
Achter in de winkel verkopen ze kinderkleren. Niet dat hij zin heeft om die te bekijken, maar hij moet wat. Uit een pashokje komt een bekend gezicht. Het is Fien uit zijn klas. De vrouw naast haar moet haar moeder zijn. Ze lijken op elkaar: allebei donker haar, mager én lang! Fien is net als Gijs bijna negen jaar.
Maar ze is langer en dunner dan hij.
Niet voor niets heet ze ‘lange Fien’.
Gijs en zijn vrienden noemen haar ook wel ‘rare Fien’.

Illustratie

Want bij haar gaat altijd alles mis. Ze struikelt over haar eigen voeten, vlekt met haar balpen op haar witte broek en is regelmatig haar spullen kwijt. Op school is het altijd lachen om rare Fien. Misschien valt er nu ook wat te lachen...
Fien bewondert een nieuwe broek in de passpiegel.
Ze draait rond en bekijkt zichzelf van alle kanten.
Dan stoot haar ene voet tegen de andere.
Ze valt naar voren en...
...ze scheurt uit de broek!
De scheur is zo groot, dat Gijs haar bloemetjesonderbroek kan zien. Een lach borrelt omhoog en hij grinnikt achter zijn hand. Hoe krijgt ze het weer voor elkaar om uit die broek te scheuren? Er komt een winkelbediende aangehold: ‘Geeft niets.’
Fiens wangen kleuren rood.
Die van haar moeder ook.
Gijs kan het niet laten om even te treiteren.
‘Je bent weer lekker handig bezig,’ zegt hij zacht.
Fien is de enige die hem hoort. Ze draait zich om en kijkt hem met een scheef lachje aan. ‘Dat krijg je als je bent geboren op vrijdag de dertiende.’
Dat smoesje gebruikt ze nou altijd, maar Gijs vindt het geen excuus. Fiens moeder verontschuldigt zich bij de winkelbediende. ‘Ik koop die broek wel.’ Ze wenkt Fien om mee te komen.
Maar Fien botst tegen een rek.
Alle kleren tuimelen op de grond en Fien wordt eronder bedolven.
Gijs klemt zijn kaken op elkaar om niet in lachen uit te barsten. ‘Ik help wel,’ zegt hij zogenaamd behulpzaam en hij wuift Fiens moeder en de winkelbediende weg. En als ze weg zijn...

Illustratie